Financiële context en druk op gemeentelijke middelen
De begroting 2026 is tot stand gekomen in een periode van aanhoudende financiële onzekerheid. Gemeenten staan al geruime tijd onder druk door dalende bijdragen vanuit het gemeentefonds. Tegelijkertijd nemen de kosten toe voor zorgtaken en voor maatschappelijke opgaven op het gebied van klimaat, energietransitie, woningbouw en verduurzaming. Voor deze taken ontbreken structurele financiële middelen, waardoor de verhouding tussen verantwoordelijkheden, uitvoeringskracht en beschikbare middelen uit balans is geraakt. Gemeenten ervaren minder beleidsvrijheid en voorgenomen maatregelen door het Rijk blijven achterwege. Terwijl de uitvoering wordt bemoeilijkt door personeelstekorten, oplopende kosten en schaarste in diverse domeinen.
Ook externe factoren zoals stijgende rente, loon- en prijsontwikkelingen en noodzakelijke investeringen in duurzaamheid, woningbouw en digitalisering zetten de begrotingsruimte verder onder druk.
