Een effectieve veiligheidsaanpak begint met een goed beeld van wat er speelt. Daarom werken we informatie- gestuurd met het gemeentelijk Datalab: we verzamelen en combineren gegevens en signalen uit verschillende bronnen van politie tot wijkteams in het Dashbord Veiligheid. Op basis daarvan identificeren wij de volgende thema’s waaraan we prioriteit geven en die ook terugkeren in het Integraal Veiligheidsplan 2026-2029:
- Ondermijning
- Digitale en maatschappelijke weerbaarheid
- Veilige dorpen en wijken
- Sociaal-maatschappelijke spanningen
Deze prioriteiten zijn niet willekeurig gekozen, maar afgeleid van het Integraal Veiligheidsplan, dat tot stand is gekomen op basis van breed opgezet participatief onderzoek. De thema’s zijn gekozen omdat ze zowel urgent zijn als breed worden herkend door betrokken partijen. Zo gaven partners en inwoners aan zich zorgen te maken over jeugdproblematiek (jonge aanwas, wapengebruik, criminele netwerken), digitale criminaliteit en het gevoel van onveiligheid in specifieke wijken. Verkeersveiligheid, drugshandel en woonoverlast kwamen eveneens nadrukkelijk naar voren.
Een terugkerende conclusie is dat veel veiligheidsvraagstukken complex en domein overstijgend zijn. Problemen als ondermijning, onbegrepen gedrag en woonoverlast vragen om samenwerking tussen gemeente, politie, zorg, welzijn en andere partners. Veiligheid maken we samen en is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
De thema’s weerspiegelen dus de actuele veiligheidsbeleving in Emmen en vormen het vertrekpunt voor een gezamenlijke aanpak waarin samenwerking, maatwerk en integraliteit centraal staan. Daarom worden ze niet alleen hier benoemd, maar ook in het Integraal Veiligheidsplan en krijgen ze een uitwerking in de jaarlijkse Uitvoeringsplannen Veiligheid die de raad in januari bespreekt.
De thema's worden in het hiernavolgende verder uitgewerkt in herkenbare prioriteiten.
Ondermijning
Het eerste thema is ondermijning. Daar besteden we al jaren op verschillende manieren aandacht aan, omdat de aanpak er van een zaak van de lange adem is. Daarom continueren we in 2026 de gestructureerde aanpak in het gemeentelijke Programma Ondermijning. In onze aanpak hebben thema’s met directe slachtoffers prioriteit. Dan gaat het om mensenhandel, jonge aanwas en zorgfraude. Eerder hebben we ons als gemeente aangesloten bij de Drentse Aanpak Ondermijning, waarin Emmen een belangrijke rol speelt. Hoewel we dus prioriteren, zorgen we er ook voor dat we de gehele aanpak van ondermijning op orde hebben en houden. Beide programma’s worden hieronder kort toegelicht.
Drentse Aanpak Ondermijning
In 2024 is in Drenthe een stevig netwerk ontstaan van organisaties die samen ondermijning aanpakken. In 2025 zijn veel plannen afgerond door een uniforme aanpak op bijvoorbeeld het gebied van regelgeving. Zo wordt ‘shopgedrag’ van criminelen in Drentse gemeente voorkomen. Vanaf 2026 kijken we vooruit: hoe houden we de samenwerking sterk? Belangrijke onderwerpen zijn het op peil houden van regels en beleid, een gezamenlijk handhavingsteam en het inspelen op nieuwe maatschappelijke en juridische ontwikkelingen. Ook blijven we kennis en ervaringen delen.
Programma Ondermijning gemeente Emmen
De aanpak van ondermijning is complex en vraagt om een gestructureerde lange termijn aanpak met goede afstemming tussen partners.
Ons doel is om, samen met onze partners, een weerbare en veilige omgeving te waarborgen, waarin criminaliteit geen kans krijgt om te ontstaan of zich te verdiepen. Naast het implementeren van de ambities uit de DAO, willen we binnen onze gemeente nog een aantal stappen extra doen. We blijven ons inspannen om de interne en externe bewustwording van ondermijning te bevorderen. We werpen nog meer barrières op om te voorkomen dat het legale systeem wordt misbruikt voor illegale praktijken. Het is van belang dat (ook subtiele) signalen van ondermijning ons bereiken, zodat wij ondermijnende zaken actief kunnen verstoren. Criminelen krijgen minder kans door de strenge controles op de vergunningen, het sluiten van panden, het intrekken van zorgcontracten of het starten van een strafzaak. Zo houden we Emmen weerbaar en veilig.
Digitale en maatschappelijke weerbaarheid
Het tweede thema is digitale en maatschappelijk weerbaarheid, een thema dat een voorbeeld is hoe snel de maatschappij verandert. Het gaat over digitale weerbaarheid van inwoners (jong en oud) en ondernemers. Maar ook over het voorkomen van digitale fraude. Met uiteenlopende acties willen we deze weerbaarheid versterken. Dat geldt ook voor het fenomeen online aangejaagde ordeverstoringen. Door signalen tijdig te herkennen, kunnen we maatschappelijke onrust in de kiem smoren.
In een breder kader vraagt maatschappelijke weerbaarheid aandacht en inzet. Het verwijst naar het vermogen van een samenleving om:
- schokken en crises (zoals natuurrampen, pandemieën, cyberaanvallen) te weerstaan,
- zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, en
- zich te herstellen na een crisis.
Tegen die achtergrond kunnen maatschappelijke weerbaarheid en crisismanagement niet los van elkaar worden gezien. We zijn deels voorbereid om te reageren op kritieke gebeurtenissen die de gemeentelijke bedrijfsvoering, mensen of eigendommen kunnen verstoren. Waar gaat het dan om? Denk aan vitale processen zoals energie (langdurige uitval van stroom), drinkwater, voedselvoorziening, gezondheidszorg en communicatie, én om het versterken van sociale cohesie, democratische waarden en zelfredzaamheid. Voor de gemeente is een belangrijke rol weggelegd om schokken, dreigingen en ontwrichtingen te weerstaan, te absorberen en zich ervan te herstellen. Kortom crisismanagement is een essentieel onderdeel van maatschappelijke weerbaarheid. Het helpt niet alleen bij het reageren op acute noodsituaties, maar ook bij het versterken van de veerkracht van de samenleving tegen verstoringen op langere termijn. We baseren ons mede op de 'Handreiking weerbaarheid en veerkracht op lokaal niveau' van de VNG. Doel van de handreiking is gemeenten te helpen zich beter voor te bereiden op langdurige verstoringen en crises. Zo worden risico’s beperkt en is herstel en aanpassing sneller mogelijk.
Maatschappelijke weerbaarheid is opgenomen in de Nationale Veiligheidsstrategie. In 2025 is een is een landelijke publiekscampagne gestart om bewustwording en handelingsperspectief te vergroten.
De VRD sluit aan op de landelijke initiatieven en werkt aan een regionaal programma dat ook afstemming zoekt met de aanpak in Friesland en Groningen. Gemeenten in Drenthe spelen zoals hierboven beschreven een cruciale rol in het versterken van maatschappelijke weerbaarheid. Ze zijn als eerste overheid het dichtst bij de inwoners en hebben directe invloed op lokale infrastructuur, communicatie en sociale netwerken. Naast onze eigen rol zullen wij met kennis en capaciteit deelnemen aan het programmateam van de VRD.
Deze ontwikkelingen zullen aanzienlijke inspanningen van alle betrokkenen vragen, zowel op het personele als financiële vlak. Tegen deze achtergrond is het ronduit zorgelijk dat de financiële positie van de Veiligheidsregio’s onder druk staat door kabinetsbeleid. Waar juist extra financiële ondersteuning van de VRD’s nodig is om samen met de gemeenten maatschappelijke weerbaarheid vorm en inhoud te geven, komt ‘Den Haag’ onvoldoende over de brug. Over de financiering en de inhoud van de gemeentelijke inzet informeren wij u nader bij de Berap I 2026/kaderbrief 2027.
Veilige dorpen en wijken
Het derde thema is veilige dorpen en wijken. Dit is een breed thema, dat uiteenvalt in meerdere onderwerpen.
We letten niet alleen op het aantal misdrijven en overlast, maar ook op hoe mensen hun gevoel van veiligheid ervaren. Want dat gevoel is net zo belangrijk als de feiten. Het gaat dus om twee kanten: de objectieve veiligheid (hoeveel criminaliteit en overlast er is) en de subjectieve veiligheid (hoe veilig mensen zich voelen). Beide zijn belangrijk omdat het gevoel van onveiligheid een grote invloed heeft op het welzijn van inwoners en hun sociale leven.
Wanneer we hierover in gesprek zijn met inwoners, de EOP’s of andere partners, kom een beeld naar voren dat het gevoel van veiligheid in het algemeen hoog is. Echter, er zijn ook onderwerpen waardoor dit gevoel onder druk staat. Deze onderwerpen komen hieronder nader aan bod.
Veiligheid op straat
De openbare ruimte moet een plek zijn waar iedereen zich vrij en veilig kan bewegen. Ongewenst gedrag zoals straatintimidatie, overlast of incidenten bij het station en in het uitgaansgebied heeft direct effect op het veiligheidsgevoel. Ook maatschappelijke onrust manifesteert zich vaak in de publieke ruimte. Daarom zetten we in op preventie, samenwerking met partners en duidelijke communicatie met inwoners.
Onze ambitie is dat inwoners en bezoekers zich overal in Emmen veilig en welkom voelen. Dit doen we door vroegtijdig signaleren en ingrijpen bij overlast, gerichte inzet van boa’s en politie, afspraken met horeca en evenementenorganisaties, en aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte. Daarbij zoeken we steeds de balans tussen ruimte voor ontmoeting en recreatie enerzijds en veiligheid en leefbaarheid anderzijds.
Asielproblematiek
Nieuw-Weerdinge en omgeving hebben veel last van de nabijheid van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Iedere asielzoeker moet zich daar melden. Een aantal van hen komt uit veilige landen en maakt weinig kans op een verblijfsvergunning. Juist deze groep – vaak jonge mannen – zorgt voor overlast, houdt zich niet aan regels en veroorzaakt criminaliteit. Dit zorgt voor onveiligheid in het dorp en minder vertrouwen in de overheid. Veel asielzoekers reizen via station Emmen naar Ter Apel. Dit geeft extra druk en overlast op het station. Samen met de gemeente Westerwolde overleggen we regelmatig met de centrale overheid om dit probleem aan te pakken. Tot die tijd blijven we ook in 2026 streng controleren en handhaven. Dit heeft een sterke preventieve werking.
De kosten van toezicht en handhaving werden tot nu toe door het Ministerie vergoed maar dit is naar de toekomst toe onzeker.
Woonoverlast
Het aantal meldingen van woonoverlast in Emmen neemt toe. Steeds vaker gaat het om mensen met complexe zorgvragen en onbegrepen gedrag die zelfstandig wonen in een wijk of dorp. Hulp is moeilijk beschikbaar, wachttijden zijn lang en het regelen van de juiste zorg is ingewikkeld. Daardoor duurt het te lang voordat mensen passende ondersteuning krijgen, of blijft die helemaal uit.
Dit leidt tot overlast voor omwonenden en legt extra druk op wijkteams, handhaving en zorgverleners.
In 2026 werken we verder aan de uitvoering van de integrale aanpak woonoverlast. Het woonteam vervult hierin een belangrijke rol. We blijven aandacht houden voor het bestendigen van eerder gemaakte afspraken over adequate hulp, betere samenwerking tussen zorg en veiligheid, en ondersteuning voor professionals in de wijk. Dit met het doel beter te zorgen voor mensen die het niet alleen redden. Ook in de openbare ruimte zien we steeds vaker mensen met onbegrepen gedrag. Hun gedrag is vaak verward of onvoorspelbaar. Dit zorgt voor onrust en gevoelens van onveiligheid in de omgeving. Hoewel het meestal niet om strafbaar gedrag gaat, vraagt het wel om snelle en zorgvuldige actie.
Onze medewerkers spelen hierin een belangrijke rol. Samen met politie, zorgpartners en woningcorporaties zorgen zij voor snelle signalering en goede afstemming. Waar mogelijk wordt iemand begeleid naar passende zorg of ondersteuning. Deze aanpak blijft ook in 2026 belangrijk. Het sluit aan bij onze inzet op woonoverlast en maakt deel uit van onze bredere aanpak voor een veilige en leefbare omgeving.
Huiselijk geweld en kindermishandeling
Zorg en veiligheid zijn nauw met elkaar verbonden. Problemen in gezinnen of bij bewoners kunnen leiden tot onrust of onveiligheid in de wijk. Daarom werken we ook in 2026 met een gezamenlijke aanpak, waarin zorg en veiligheid goed op elkaar zijn afgestemd.
Een belangrijk middel daarbij is de Integrale Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE). Dit helpt om situaties met oplopende problemen in gezinnen of huishoudens op tijd te herkennen en erger te voorkomen. Meer informatie hierover staat in programma 9.
Ook het landelijke programma Geweld Hoort Nergens Thuis maakt deel uit van onze aanpak. Dit programma sluit aan bij het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming, waarbij het Rijk werkt aan een nieuwe structuur. De gevolgen hiervan worden ook binnen onze gemeente zichtbaar. U leest hier meer over in programma 9.
Tot slot wordt in 2026 gewerkt aan een nieuwe organisatievorm voor zorg en veiligheid in Drenthe. De huidige structuur behoeft verbetering. Op basis van een adviesrapport, dat is goedgekeurd door de betrokken besturen van Veiligheidsregio Drenthe en GGD, wordt gewerkt aan een nieuw Zorg- en Veiligheidshuis met een duidelijke taakverdeling en betere samenwerking.
Femicide
In samenwerking met de andere Drentse gemeenten onderzoeken we welke gecoördineerde maatregelen we in Drenthe gaan treffen om femicide structureel aan te pakken.
De voorbereidingen daarvoor zijn gestart. Als Emmen moeten we dus anticiperen op deze ontwikkeling. De kosten daarvan kunnen op dit moment nog niet worden ingeschat.
Tot slot wordt in 2026 gewerkt aan een nieuwe organisatievorm voor zorg en veiligheid in Drenthe. De huidige structuur behoeft verbetering. Op basis van een adviesrapport, dat is goedgekeurd door de betrokken besturen van Veiligheidsregio Drenthe en GGD, wordt gewerkt aan een nieuw Zorg- en Veiligheidshuis met een duidelijke taakverdeling en betere samenwerking.
Verkeersveiligheid
Naast de reguliere handhaving van de verkeersregels besteden we ook in het verkeer veel aandacht aan preventie. Dat uit zich onder meer in de voorbereiding van de aanpak van kruispunten of wegen waar relatief veel ongelukken gebeuren. Daarnaast geven we uitvoering aan de (landelijke) koerswijziging in de verkeersveiligheid, die ook op gemeentelijk niveau zijn weerslag heeft: risico-gestuurd oftewel proactief.
We volgen het landelijk Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV 2030). Meer dan voorheen wordt risico-gestuurd (proactief) gewerkt. Deze werkwijze helpt wegbeheerders om vroegtijdig risico’s in het verkeerssysteem te detecteren en gericht effectieve maatregelen te nemen om de risico’s te verkleinen of weg te nemen.
Nederland staat al jaren op verschillende lijsten in de top 10 van verkeersveiligheid in Europa, ook al zijn vergelijkingen volgens het SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) niet te maken. Decennia is met succes het programma Duurzaam Veilig ingevoerd. Wel stellen we vast dat de daling van de verkeersslachtoffers niet verder is doorgezet. Sinds een aantal jaren werken we landelijk aan risico-gestuurde aanpak in het SPV (Strategisch Plan Verkeersveiligheid) waarvan de resultaten in de komende jaren moeten blijken.
We zien dat jongeren (15-17 jaar) en senioren steeds vaker betrokken zijn bij een verkeersongeluk. We vermoeden dat dit komt door de onervarenheid, het vertraagde reactievermogen en doordat de risico’s die verkeersdeelname met zich meebrengt, worden onderschat. Onder jongeren, in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar, valt 32% van de slachtoffers. In de groep kwetsbare vervoerswijzen (voetgangers, fietsers, e-bike- en fatbike en bromfiets+ (=bromfiets, snorfiets, scootmobiel en brommobiel) valt ongeveer 48% van de verkeersslachtoffers. De stijging van verkeersongevallen met jongeren op zogenaamde fatbikes, formeel een e-bike, maar opgevoerd verboden op de openbare weg, heeft landelijk de aandacht. We zetten controles op fatbikes voort, waarbij niet alleen wordt gekeken naar verkeersovertredingen, maar ook wordt gecontroleerd op opgevoerde fatbikes.
Bovendien constateren we dat er steeds vaker mensen worden aangehouden met verdovende middelen achter het stuur (bron: veiligheid.nl) Ook is op basis van meldingen van de politie de combinatie van alcoholgebruik en deelname aan het verkeer een blijvend aandachtspunt. Daarnaast is het gebruik van de e-bike sterk toegenomen. Het is de verwachting dat de e-bike een steeds groter deel uit gaat maken van het verkeerssysteem in onze gemeente. Daarom hebben we blijvende aandacht voor deze onderwerpen en houden we in samenwerking met de politie controles.
Ook nemen we samen met NHL Stenden deel aan het mobiliteitsproject BikeSafeAI. Het project BikeSafeAI moet grondig inzicht bieden in fietsgedrag en verkeerssituaties door middel van geavanceerde AI-technologieën.
In de komende jaren gaan we in provinciaal samenwerkingsverband de risicoanalyse vertalen naar een uitvoeringsprogramma. Zie ook Programma 7, 'Verkeersveiligheid'.
Sociaal-maatschappelijke spanningen
Het vierde thema is Sociaal-maatschappelijke spanningen. Als we daar op inzoomen betreft het vooral polarisatie en radicalisering. Ze zijn als processen nauw met elkaar verbonden en kunnen de sociale cohesie, het vertrouwen in de overheid en de veiligheid in de gemeente onder druk zetten. We zien al enige tijd dat het wij-zij denken leidt tot polarisatie en steeds vaker tot radicalisering, tot een klimaat waarin argumenten er niet meer toe doen. Onze inspanningen zijn er voor de korte en de langere termijn op gericht om zorgelijke ontwikkelingen te signaleren, onmiddellijk gevolgd door beleid dat gericht is op verbinding. Dat doen we in samenwerking met onze veiligheidspartners, het sociaal domein, onderwijs, Sedna en het jongerenwerk.
Onze aanpak heeft meerdere pijlers. We zetten na signalering van polarisatie en radicalisering in op preventie en zoals hierboven al benoemd verbinding. Maar scholing en bewustwording zijn ook belangrijke onderdelen binnen de aanpak. We investeren in scholing van professionals en maken gebruik van NCTV-modules en ook VRD-trainingen. Door helder te communiceren bij onrust willen we maatschappelijke spanningen voorkomen. Daarbij hoort het betrekken van onze inwoners en wijkplatforms.
Inzet Boa's en ontwikkelingen VRD
Er zijn twee meer algemene thema’s die een belangrijke rol spelen in het veiligheidsbeleid: de inzet van boa’s en de rol van de VRD.
Inzet van BOA's
De inzet van Boa’s vraagt aparte aandacht, want dit loopt door alle thema’s heen. Boa’s blijven in 2026 onmisbaar voor een veilige en leefbare gemeente. Ze zijn dagelijks zichtbaar aanwezig in dorpen en wijken, en spelen een belangrijke rol bij het voorkomen en aanpakken van woonoverlast, jeugdoverlast, bijtincidenten, parkeeroverlast en signalen van ondermijning. In veel wijken houden zij samen met partners zoals politie, Sedna, woningcorporaties en gebiedscoördinatoren een wekelijks spreekuur voor inwoners en ondernemers. Ook leveren de Boa’s een belangrijke bijdrage aan een veilig verloop van evenementen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de viering van carnaval, paasvuren, C’est la vie, Gouden Pijl en de intocht van Sinterklaas.
Een punt van grote zorg blijft de inzet van Boa’s in zowel het stationsgebied als in Nieuw-Weerdinge. Hun inzet heeft een structureel karakter gekregen door overlast van jeugdgroepen en asiel gerelateerde situaties. Niet alleen de omvang en de duur van de inzet baart zorgen, dat geldt eveneens voor de financiering. Door de ontwikkelingen in Den Haag verlopen gesprekken met het ministerie over vergoeding van kosten uiterst moeizaam. We blijven met het ministerie in gesprek, maar de uitkomst is ongewis.
De formatiesterkte van de Boa’s was ook onderwerp van gesprek tijdens de behandeling van de kaderbrief. Op verzoek van de gemeenteraad (motie VVD bij de kaderbrief 2025) wordt de formatiesterkte van de boa’s nader onderzocht. Voor de behandeling van de begroting 2026 ontvangt de raad de uitkomsten van dit onderzoek.
Veiligheidsregio Drenthe (VRD)
De Veiligheidsregio Drenthe speelt op een aantal thema’s een centrale rol. Dat geldt bijvoorbeeld voor maatschappelijke weerbaarheid, waarop hierboven al is ingegaan.
In de beleidsplannen 2025-2028 en haar begroting 2026, die behandeld zijn door de gemeenteraad, heeft de VRD de volgende speerpunten benoemd voor 2026:
- In 2026 werkt de Veiligheidsregio Drenthe samen met gemeenten aan een programma om inwoners beter te beschermen tegen risico’s zoals cyberaanvallen, extreem weer en langdurige uitval van stroom of internet. Brandweerposten worden onderzocht als mogelijke opvanglocaties in zulke situaties.
- De brandweer past haar taken aan per post, zodat deze beter aansluiten bij wat lokaal nodig en haalbaar is. Ook wordt gewerkt met drones en digitale systemen voor beter overzicht bij incidenten.
- De crisisorganisatie verbetert het delen van informatie met gemeenten, zodat sneller gehandeld kan worden bij rampen. Drenthe maakt daarnaast plannen voor het opvangen van evacués bij overstromingen in andere delen van Nederland.
- De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) traint zorgorganisaties om ook tijdens een crisis goede zorg te kunnen blijven bieden.
Vanaf 2026 wordt de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) door het Rijk met 10% gekort. Deze korting heeft directe gevolgen voor de financiering van de veiligheidsregio’s, waaronder Veiligheidsregio Drenthe (VRD). Deze korting is nog niet verwerkt in de in september 2025 vastgestelde begroting voor 2026. Zonder aanvullende financiering kan de korting gevolgen hebben voor de uitvoering van taken op het gebied van crisisbeheersing, brandweerzorg en weerbaarheid.
Indien de BDUR-korting volledig wordt doorgelegd naar de gemeenten, zou Emmen naar verhouding ongeveer €135.000 extra moeten bijdragen.
